De vijfde
Het voorspel tot de vierde moord en de vijfde overval op een vrouw speelde zich in een andere pub af in Drottninggatan in Uppsala. De 22-jarige studente Eva Ryman kwam rond halftwaalf het café binnen. Ze leek niet erg op Kajsa Modig. Behalve dan dat ze ook drugs gebruikte. Het was stampvol in het donkere café. Eva drong zich naar de bar en bestelde zwaar bier. Ze droeg een mini-minirokje, een even kort bontjasje dat van onderen was afgezet en ze maakte een zeer gejaagde indruk.
'Kan iemand een cheque van 1000 kronen voor me wisselen?' vroeg ze aan de mensen in de pub. Nee, er was niemand die erin trapte. Terwijl Kajsa Modig met hasj tevreden was, was Eva Ry-man al veel verder op de weg die geacht wordt naar geluk en zaligheid te leiden. Ze was een spuiter. Dat soort middelen is duur. Je hebt veel geld nodig om de koppige aap te voeden die altijd op je nek zit en meer wil hebben. Daarom verkocht Eva Ryman zelf drugs en speelde soms de hoer.
Ze had inderdaad een cheque in haar hand. Dom genoeg had ze die eerder op de dag aangenomen als betaling voor een partij ritalina. Ze had de klant namelijk vertrouwd. Maar toen ze naar de bank ging, bleek hij helemaal niet gedekt te zijn.
Dit zakelijke verlies probeerde ze nu ongedaan te maken door de cheque aan iemand te slijten, die nog goedgeloviger was dan zijzelf. Tot nog toe was het haar niet gelukt. Met de bierpul balancerend in haar kleine hand met afgekloven nagels ging ze op een leeg plekje helemaal in de ene hoek zitten. Aan de andere kant was een groepje jongens bezig pijltjes te gooien. Ze legden alle energie die ze hadden in het nogal onnozele spel. Eva Ryman dronk van haar bier. Ze keek om zich heen.
Achteraan in een hoekje zag ze een figuur die ze er interessant vond uitzien. Ze ging naast de man zitten die tien minuten tevoren Kajsa Modig had vermoord.
'Kun je deze cheque niet van me overnemen?' zei ze. Zijn stem was nauwelijks te horen in het kabaal dat de andere klanten maakten.
Maar ze begreep zijn bevestigende antwoord en dat hij wilde dat ze meeging.
Ze liepen samen Drottninggatan door.
'Je mag me natuurlijk best naar huis brengen,' zei ze. 'Maar als je met me mee wilt, dan is het niet helemaal gratis.'
Hij knikte.
'O, heb je je auto daar?' vroeg ze. Hij knikte weer. 'Woon je in de stad?' vroeg ze. Hij schudde zijn hoofd. 'Je zegt niet bepaald veel, maar dat geeft niet als je maar geld hebt,' zei ze.
Het was donker en verlaten op de parkeerplaats. Er stonden drie auto's. Hij wees op de auto die het verste weg stond. 'Maar dat is de auto van Janne,' begon ze. 'Je hebt gebluft.' Ze begon harder te praten terwijl ze dat zei, maar er was geen mens die haar hoorde.
Alles brak af toen hij haar de eerste slag toediende.