6
Ondanks haar goede bedoelingen was miss Seeton aan de late kant
voor het ontbijt. Ze raakte de weg kwijt toen ze naar badkamer ging
en onder het aankleden maakte ze zich zorgen over de aanstaande
ontmoeting met Derrick. Daardoor was verlaat.
Waarom had hij die moordenaar naar binnen geloodst? Kennelijk om
een aanval op haar te plegen. Maar waarom? Ze waren toch zeker niet
zo stom om te denken dat haar losse connectie met de politie hun
plannen in gevaar kon brengen Natuurlijk had ze de afgelopen week
veel geld gewonnen maar zelfs als ze dachten dat ze dat nog had,
wat niet het geval was, was het toch niet redelijk te
veronderstellen dat ze het had meegenomen. De afgelopen week... Al
die gehuurd juwelen die ze had gedragen... Dat zou er de reden van
kunnen zijn. Dat moest bekend zijn geworden. Ze zouden we denken
dat die van haar waren en dat ze ter ere van dit bezoek had
meegenomen. Ether maakte je uiteindelijk slechts een beperkte tijd
bewusteloos en die Morden was kennelijk van plan geweest haar
spullen te doorzoeken. Wat heel, heel erg dwaas.
Dwaas of niet, het maakte de aanstaande ontmoeting met Derrick niet
minder onaangenaam. Degene die al aan de ontbijttafel had
plaatsgenomen, zou in het voordeel zijn. Die kon knikken,
glimlachen en 'Hoe maakt u het?' zeggen, terwijl hij al aan het
eten was.
Derrick verkeerde inderdaad in een voordeliger positie, maar hij
miste de kennis om daar zijn voordeel mee te doen. Omdat zijn
slaapkamer een eind van de logeerkamer vandaan was, wist hij niet
wat er tijdens de nacht was gebeurd en al evenmin dat miss Seeton
nog in het huis was. Hij had gespannen gewacht op een opmerking
over het te laat komen van de gaste en de daaropvolgende ontdekking
van haar verdwijning. Toen hij de deur hoorde opengaan, nam hij als
vanzelfsprekend aan dat het Timson of Hélène moest zijn en schrok
hevig toen hij zijn familie miss Seeton met naam en toenaam hoorde
begroeten. Hij liet zijn mes en vork vallen en verslikte zich in
een stukje spek. Zijn moeder stelde hem en miss Seeton aan elkaar
voor. Derrick bood met een rood gezicht en tranende ogen zijn
verontschuldigingen aan voor het feit dat hij bijna was
gestikt.
'In een kruimeltje van je geweten?' vroeg Deirdre, die bij de
buffetkast stond.
Een waarschuwende blik van haar vader stopte verdere uitdagende
opmerkingen.
De rest van de morgen was één lange beproeving. Om tien uur
arriveerde een politiewagen en een rechercheur uit Guildford sprak
met miss Seeton, die, ondanks de woordeloze pogingen van Tom Haley
om duidelijk te maken dat ze haar mond moest houden, meteen haar
theorie te berde bracht dat men een poging in het werk had gesteld
om haar niet bestaande juwelen te stelen. Daarna sprak de
rechercheur met de Timsons en vroeg Derrick toen hem te vergezellen
naar het bureau om een verklaring af te leggen.
Miss Seeton werd gevraagd of ze naar de kerk wenste te gaan en of
ze in dat geval liever te voet of per koets ging. Ze herinnerde
zich de Victoriaanse traditie dat koetsen op de zondag niet werden
gebruikt, behalve voor oude of invalide mensen, en zei dat ze het
liefst ging lopen. Ze herinnerde zich ook dat het traditie was om
in een juiste geestesgesteldheid naar de kerk te lopen, en dat je
op de weg terug werd geacht naar een lunch te verlangen. Door de
omstandigheden was de kans niet groot dat ze zich aan die twee
tradities zou kunnen houden. Onderweg naar het dorp werd niet
gesproken over de afwezigheid van Derrick. Of het bezoek van de
politie. Er werd in feite weinig gezegd, afgezien van een paar
opmerkingen van miss Seeton over de charme van het landschap en
commentaren van lady Kenharding die niet werden afgemaakt.
Vele anderen hadden de politiewagen naar de Abbey zien rijden, en
Derrick op de terugweg zien meerijden. Dus werd de aankomst van de
familie bij de kerk begroet met beledigende nieuwsgierigheid of
overdreven discretie. De branden de vraag luidde: was Derrick
gearresteerd of zou hij terugkomen naar huis? Gegeven de situatie
zou de dominee elke; gekozen tekst daaraan hebben aangepast, maar
zijn keuze uit Job: 'Hij keert naar zijn huis niet meer terug, en
zijn eigen woonplaats kent hem niet langer was wel bijzonder
ongelukkig. Daardoor begon men in de kerk direct druk te fluisteren
en werd aller aandacht gericht op de kerkbank van de familie
Kenharding.
Die kerkbank bevond zich onder het koor en stond haaks op het
middenschip van de kerk. Hij was bereikbaar via een aparte deur en
daardoor nam de graaf zijn familie mee naar buiten toen de dienst
was afgelopen. Hij maakte haast, omdat hij niet opnieuw spitsroeden
wilde lopen te midden van al die nieuwsgierige mensen. Door wat hij
had vernomen over de gebeurtenissen van die nacht, door het bezoek
van de politie en het feit dat men algemeen op de hoogte leek te
zijn van de situatie bij hem thuis, was hij gedwongen zijn
oorspronkelijke plannen te wijzigen.
Ook de terugweg werd vrijwel zwijgend afgelegd. Deirdre leek een
eigen, aangename weg aan het bewandelen te zijn. Miss Seeton kon
geen enkele opmerking bedenken waar ze wat aan zouden hebben. Ze
had het gevoel dat de familie gelukkiger zou zijn zonder een
vreemde in hun midden; ze ging gebukt onder het schuldgevoel dat
haar aanwezigheid in het huis alles op de een of andere manier nog
beroerder had gemaakt.
De enige poging om een gesprekje gaande te houden werd ondernomen
door lady Kenharding.
'Mark, denk je dat je misschien...?'
Haar echtgenoot leek haar niet te hebben gehoord, maar een paar
minuten later keek hij haar liefdevol aan en zei: 'Inderdaad,
Penny.'
Dat voorval maakte het miss Seeton duidelijk dat ze werd
geconfronteerd met een relatie waarin leeftijdsverschil geen
belemmering tot begrip vormde, en dat verklaarde de oppervlakkige
vaagheid van de gravin. Omdat die gewend was aan een geest die
volledig op de hare was afgestemd, had ze bijna nooit veel woorden
nodig om haar gedachten te uiten. Bij het grote huis stelde Deirdre
miss Seeton een rondleiding voor, omdat ze de oude dame graag onder
vier ogen wilde spreken, maar daar sprak haar vader een veto over
uit.
'Als hoofd van dit gezin eis ik het privilege op miss Seeton onze
weergaloze collectie onkruid en ruïnes te laten zien.'
Zijn dochter protesteerde tevergeefs.
'Jij kunt je moeder helpen.'
'Waarmee?'
'Daar heb ik geen idee van. Anders ga je Hélène maar helpen met het
koken van de eieren, of iets anders dat we bij de lunch geserveerd
krijgen.'
'Ik heb begrepen dat u niet goed hebt geslapen,' zei lord
Kenharding toen hij en miss Seeton buiten gehoorsafstand van de
anderen waren.
O. Die mededeling zorgde voor een probleem. Toegeven dat je in een
vreemd huis slecht had geslapen, impliceerde kritiek op de
regelingen die men ten behoeve van je comfort had getroffen. Maar
ze zou oneerlijk zijn wanneer ze zei dat ze goed had geslapen,
behalve dan gedurende de uren dat ze daar de kans voor had
gekregen. Misschien zou ze de vraag kunnen ontwijken door het
gesprek een andere draai te geven.
'Ik kan u verzekeren dat het bed heel comfortabel is, en de kruik
die Hélène er zo attent in had gelegd, was heerlijk warm. Een
opmerkelijk paar, zij en haar echtgenoot. Zo vriendelijk en...
eh... behulpzaam.'
'Ik ben blij dat u zo over hen denkt. Hélène was oorspronkelijk de
kamenierster van mijn moeder, en Timson was een van de mannelijke
bedienden. Ze zijn vrij snel met elkaar getrouwd. Ze hadden al
jaren geleden met pensioen moeten gaan, maar dat hebben ze
geweigerd en ik moet toegeven dat het pensioen dat ik hun kan
bieden, in geen verhouding staat tot wat ze zouden verdienen. We
zouden ons ook geen raad weten zonder hen.'
Miss Seeton ontspande zich: ze had het gesprek met succes een
andere wending gegeven.
'Gisterenavond heb ik Timson met een pook uit uw kamer zien komen,'
ging lord Kenharding verder. 'Ik neem aan dat hij toen... eh...
behulpzaam is geweest.'
Miss Seeton besefte dat de lord zich door haar niet van de wijs zou
laten brengen. Naar inspiratie zoekend keek ze naar een door
onkruid vrijwel overwoekerde border. Die inspireerde alleen tot het
pakken van een hark om aan de slag te gaan.. Ze schoof haar paraplu
omhoog op haar arm, tot de elleboog, en trok aan de vinger van een
handschoen. Ook dat gaf haar geen inspiratie. Uiteindelijk keek ze
naar het ernstige gezicht boven haar, met de humorvolle mond en de
fijne lachrimpeltjes bij de ogen. Ze glimlachte.
'Zullen we bij het begin beginnen?' stelde haar gastheer voor. 'U
hebt Deirdre nooit les gegeven. Als u dat wel had gedaan, zou ze
ongetwijfeld verder zijn gekomen dan het tekenen van houterige
poppetjes.'
Ze vertelde hem over haar bezoek aan De Goudvis en over alles wat
er sindsdien was gebeurd, zonder te worden onderbroken tot ze hem
over het spook had verteld.
'Derrick?'
'Ja.'
'Stom van me. Ik was natuurlijk op de hoogte van het bestaan van
die geheime kamer. Toen de kinderen klein waren, hebben we er nooit
over gesproken. Kinderen kunnen iets doen zonder erbij na te
denken. Er had zich een ongeluk kunnen voordoen, of iemand had er
tijdens een partijtje erg van kunnen schrikken, wanneer ze
verstoppertje waren gaan spelen of zo. Eerlijk gezegd was ik die
kamer helemaal vergeten. Ik vraag me af hoe Derrick hem heeft
ontdekt, en wanneer.'
Hij keek nu somber. 'Het verklaart heel veel. Maar ik had er geen
idee van dat er een andere uitgang was. Soms werd die wel eens in
oude huizen als het onze aangebracht, wanneer de muren er niet te
dik voor waren, maar het kwam verhoudingsgewijs zelden voor.'
'U zult het Deirdre niet kwalijk nemen dat ze met me heeft gepraat
en me over dat ongeluk heeft verteld? Ze dacht echt dat dat het
beste was. Ze maakt zich zorgen over u en lady Kenharding. Ik denk
dat ze zich ook zorgen maakt over haar broer, al probeert ze daar
heel nonchalant over te doen.'
'Nee, ik zal het haar niet kwalijk nemen. Integendeel. De jeugd
heeft het ongeduld, dat door leeftijd en ervaring minder kan
worden. Je zou het ook moed kunnen noemen. Ik ben erg geschrokken
van dat ongeluk. Niet omwille van mezelf, denk ik, en dat weet ik
zelfs zeker omdat ik meteen woedend werd, maar wel omwille van mijn
vrouw en mijn dochter.'
Zijn mond veranderde in een streepje.
'Thatcher heeft me vol medeleven opgebeld toen ik dat "ongeluk" had
gehad en me gefeliciteerd met het feit dat ik er zo goed van af was
gekomen. Maar hij heeft er ook op gewezen dat Penny en Deirdre
kwetsbaarder zijn dan ik. Als ik me bleef verzetten tegen zijn
leiding van het casino, zouden zij misschien niet zoveel geluk
hebben. Theoretisch gezien weten we misschien dat het dwaas en niet
principieel is om toe te geven aan chantage door een groep of een
individu, maar het is moeilijk om die theorie in de praktijk te
brengen wanneer je met feiten wordt geconfronteerd en principes
worden ondergedompeld in emoties. Een regering laat zich chanteren
uit politieke overwegingen; een luchtvaartmaatschappij kan bereid
zijn te betalen wanneer een bom dreigt te ontploffen; een individu
kan tot betalen of zwijgen bereid zijn wanneer hij wordt bedreigd.
Allen kopen te weinig tijd voor te veel geld en brengen daarmee de
veiligheid van talloze anderen in gevaar omdat zo'n operatie
herhaald zal worden wanneer hij een keer succes heeft gehad en het
netwerk zich dan steeds verder kan uitbreiden.'
Hij spreidde zijn handen in een gebaar dat aan zijn dochter deed
denken. 'Het spijt me. Terwijl ik mezelf tracht te excuseren, ben
ik u een college aan het geven.' Onvergeeflijk.'
Die arme lord Kenharding. Miss Seeton zag in dat hij in een heel
vervelende situatie verkeerde. Natuurlijk was ze er zeken van dat
hij in theorie volkomen gelijk moest hebben. Hoewel in de praktijk,
en als men in eenzelfde positie verkeerde als hij... Nu schoot de
verbeeldingskracht van miss Seeton te kort. Ze kon zichzelf niet
zien als het slachtoffer van chantage en kon er daarom geen
commentaar op leveren.
'Ik heb echt het idee dat het het beste zou zijn wanneer u zich
ertoe kon brengen met de politie te gaan praten.'
'Dat heb ik gedaan. Dat was nu juist het doel van dit gesprek,'
reageerde hij plagerig.
Miss Seeton begreep hem niet en hield vast aan een eerdere
gedachte.
'Kunt u het casino niet gewoon verder vermijden?'
'U bedoelt mijn directielidmaatschap opgeven?'
Nee, dat had ze niet bedoeld, want ze had niet geweten... Hoewel ze
zich bij nader inzien herinnerde dat Deirdre er melding van had
gemaakt. Ze was het helemaal vergeten, vergeten dat ze het wist,
bedoelde ze. Misschien had hij het geld nodig. Ja, dat zou heel
goed het geval kunnen zijn. Hij kon haar gedachten gedeeltelijk
lezen.
'Het salaris dat ik ervoor ontvang, is zuiver nominaal. Ik ben
directeur gebleven, omdat ik hoopte dat wanneer enige respectabele
mensen hun naam verbonden aan het gelegaliseerde gokken, zij er
enige positieve invloed op konden uitoefenen, zodat syndicaten geen
kans kregen.'
Hij lachte even, humorloos.
'Een vergeefse hoop. Syndicaten zijn zich er toch mee gaan
bemoeien, en respect voor mijn naam heeft niemand meer, omdat zij
mijn zoon kennis hebben laten maken met verdovende middelen en
ervoor hebben gezorgd dat hij voor de rechtbank moest verschijnen,
waardoor zijn naam met grote letters in alle kranten heeft
gestaan.'
De pijn in zijn stem dwong miss Seeton ertoe iets troostends te
zeggen.
'Uw zoon is nog jong. Jongeren zijn vaak geneigd dwaas en zonder
erbij na te denken te experimenteren. Velen zijn makkelijk te
beïnvloeden. Soms raken ze dan dieper bij slechte praktijken
betrokken dan hun bedoeling was. Denkt u niet dat ze daar
uiteindelijk wijzer en sterker van kunnen worden?'
Lord Kenharding keek haar enige seconden aan.
'Mijn beste miss Seeton, u bent een kunstenares en ik heb u mijn
galerij nog niet laten zien. Heel nalatig van me. Gaat u mee?'
Abrupt liep hij met grote passen naar het huis. Miss Seeton moest
bijna rennen om hem bij te kunnen houden. Hij smeet een zijdeur
open en nam haar mee naar binnen, een smalle diensttrap op.
Op de eerste verdieping bleven ze staan voor een gesloten deur.
Lord Kenharding stak een klein metalen buisje in een gat naast de
deurpost en draaide dat om.
'Ons enige alarmsysteem,' zei hij.
Hij pakte een sleutel, maakte de deur open, stak een hand naar
binnen om een lichtschakelaar om te draaien en liet miss Seeton
toen als eerste naar binnen gaan.
De galerij, die bijna de gehele breedte van de Abbey in beslag nam,
leek oneindig lang en oneindig saai. Hij werd verlicht door zes
kroonluchters met elk slechts één peertje. Stoelen en banken, met
lakens afgedekt, de gordijnen voor de hoge ramen gesloten, langs de
muren rijen schilderijen, met her en der een gebeeldhouwde kop of
buste op een piëdestal. Het zag er allemaal heel stoffig en
vervallen uit. Haar gids drukte op een schakelaar en toen kwam de
geschiedenis gloedvol tot leven. Miss Seeton keek vol ontzag om
zich heen, liep eerbiedig door.
Ze bleef staan. Het kon bijna niet. Het leek in sommige opzichten
zo veel op Het huwelijk van de Amolfini's. Hoewel de Jongeman niet
die lelijke zwarte hoed droeg en zich had omgedraaid naar het
meisje wier hand hij vasthield. Had Van Eyck ooit in Engeland
geschilderd? Voor zover ze zich dat kon herinneren niet. Ze had er
nooit iets over gelezen. Lord Kenharding maakte een einde aan haar
twijfels.
'Een van mijn voorvaders is zo verstandig geweest met Nederlands
geld te trouwen. Dit is in Brugge geschilderd, in 1436, in het huis
van de bruid.'
Miss Seeton keek de galerij verder af. Hier moest een fortuin
hangen!
'Al dat geld was in huizen en grond gestoken,' ging lord Kenharding
verder. Hij haalde zijn schouders op. 'We zouden delen daarvan
kunnen verkopen, maar als je dat gaat doen, ben je op een gegeven
moment alles kwijt en wat word je daar wijzer van? Mijn vader heeft
erover gedacht en we hebben het besproken, maar ik denk dat hij
zich er heel erg van bewust was dat hij als een jongere zoon dit
alles had geërfd. Je hebt als mens uiteindelijk altijd het gevoel
dat een volgende generatie het moeilijker kan hebben dan jij. Komt
u mee.'
Hij liep snel verder, langs een schilderij en twee tekeningen van
Holbein de Jongere.
'Ik heb u nu niet meegenomen om alles op uw gemak te kunnen
bekijken. Dat kunt u later doen.'
Hij bleef staan voor een groot miniatuur. Miss Seeton bekeek het.
Wat had John Donne gelijk gehad.
...En een hand of een oog,
Getekend door Hilliard, is een geschiedenis waard
Die door een slechtere schilder is geschilderd.
Toen wist ze het opeens! Dit was de jongeman die ze aan het
ontbijt had gezien: Derrick, verkleed.
'Wegens verraad op Tower Hill onthoofd in 1684,' zei lord
Kenharding.
Hij liep verder, gevolgd door een aarzelende miss Seeton. Ze bleef
staan voor een... ja, zonder enige twijfel een Rubens.
Daarnaast een doek van een leerling van die meester, veel groter
maar het niet overschaduwend. Een Van Dyck. Deirdres gezicht keek
haar glimlachend aan, omgeven door kleine krulletjes. De vrouw was
gekleed in een uitwaaierende jurk met een laag uitgesneden lijfje,
met kant afgezet. Zo levensecht dat ze elk moment van het doek leek
te kunnen komen. Miss Seeton liep snel door naar lord Kenharding,
die bij een ander schilderij stond. Een jongeman, geschilderd door
Gainsborough, die opnieuw sprekend op Derrick leek. Derrick met een
gepoederde pruik op, een knielange broek aan en een hemd met
ruches. Hij stond met gekunstelde gratie tegen een stenen pilaar
aan geleund, onwaarschijnlijk geplaatst tussen de wortels van een
overhangende boom waarvan, typerend, geen enkel twijgje of blaadje
een schaduw op het gezicht durfde te werpen.
'In 1782 opgehangen wegens moord bij Tyburn,' zei lord Kenharding,
die verder liep naar het einde van de galerij.
Miss Seeton kwam achter hem aan en negeerde de verleiding te
blijven staan bij een Reynolds, een miniatuur van Cosway en... nee,
ze kon er niet helemaal zeker van zijn, maar toch was ze er vrijwel
zeker van: een kop van Rodin. Nogmaals zag ze het eerder
aantrekkelijke dan knappe gezicht van Derrick; de onschuld in de te
ver uit elkaar staande ogen tegengesproken door de sluwe
gezichtsuitdrukking; de pruilende, sensuele mond; de koppige maar
zwakke kaken. Beslist een schilderij van Sargent. En de manier
waarop de kleine gestalte naar de kunstenaar was gewend, deed haar
denken aan... Natuurlijk. Het portret van Graham Robertson, hoewel
dit portret later was geschilderd. Zo merkwaardig dat twee
Amerikanen, Whistier en Sargent, de enige echt goede
portretschilders waren geweest in de tijd dat Engeland nog in de
ban was van sentimentele schilders als Watts, Burne-Jones en
Rossetti. Hoewel ze moest toegeven dat Sargent in Italië was
geboren en alleen als toerist in het land van...
Haar overpeinzingen werden onderbroken door lord Kenharding. Hij
had medeleven met zijn jongere broer, mijn vader, die de erfgenaam
was geworden, had het telegram van het ministerie van Oorlog de
volgende inhoud: "Het spijt ons u te moeten meedelen dat kapitein
lord Kenharding op 20 september in actie is gesneuveld bij de
Somme." Hij werd in de rug geschoten door zijn eigen mensen toen
hij probeerde over te lopen naar de vijand.'
Hij draaide zich om en keek haar aan. 'Is dit een antwoord op de
door u in de tuin geponeerde stelling dat jonge mensen wijzer en
sterker worden door ergens bij betrokken te zijn geweest?'